Al is in Kaatsheuvel dan wel veel monumentaals verdwenen, toch zijn er vaak nog kleine elementen over die herinneren aan de rijke historie van ons kerkdorp. Kleine monumentale elementen waar je misschien dagelijks wel voorbij loopt of fietst en in al die jaren nog nooit hebt opgemerkt, maar wel een stukje van de Kaatsheuvelse historie vertellen. De komende weken zullen we in De Duinkoerier aandacht besteden aan deze kleine historische elementen. Vandaag is dat de deurklopper.
’Daar wordt op de deur geklopt, hard geklopt, zacht geklopt, wie zal dat zijn?’ is een bekend liedje wat in de decembermaand wordt gezongen. Ondanks dat het nu nog niet zover is, heeft het wel te maken met het onderwerp van deze bijdrage, namelijk de deurklopper. Deze zijn al sinds de Middeleeuwen bekend in Europa. Ze werden geplaatst op deuren en poorten, zodat eventueel bezoek zich kon aankondigen. In de 19e eeuw had bijna iedereen een deurklopper bij de voordeur hangen, de deurbel kende men toen nog niet. Als alternatief was er de trekbel, waar ik al eerder in deze rubriek aandacht aan besteedde. In het Brabantse land was men echter ook gewoon om achterom te gaan en de voordeur helemaal niet te gebruiken of alleen bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld bij een trouwerij, huwelijksjubileum of als de pastoor op bezoek kwam.
De deurklopper was een beweegbare koperen of gietijzeren ring die je tegen de deur of tegen een op de deur geplaatste ijzeren of koperen plaat kon slaan. Zo hoorde je een klopgeluid als er een bezoeker aan de deur stond. Het nadeel was wel dat je soms niet in het hele huis het geluid kon horen. Deurkloppers waren er in vele vormen, alhoewel de meest voorkomende vormen de ring en de hamer zijn, zoals laatstgenoemde bij het adres Mgr. Völkerstraat 17. Op de beugel konden allerlei versieringen worden aangebracht met afbeeldingen van slangen of andere dieren. Vanaf de Renaissance komt het type van de leeuwenkop veelvuldig voor. Een replica is te zien bij de voordeur bij Gasthuisstraat 23. Een deurklopper in de vorm van een hand met een ring en een mooie versierde mouw zien we op het adres Mgr. Völkerstraat 8. Het exemplaar is echter wel heel hoog bij de deur aangebracht, zodat het voor kleine kinderen niet mogelijk is de deurklopper nog te gebruiken.
Naast de functionele eigenschap van de deurklopper om bezoek aan te kondigen had deze in de loop der jaren ook hele bijzondere functies, zoals voor kerkasiel. Wie in de Middeleeuwen op de vlucht was voor het gezag zorgde dat hij zo snel mogelijk de deurklopper van de kerk bereikte. Als je die eenmaal vast had, dan had je het recht op kerkasiel.
Daarnaast was het gebruikelijk de deurklopper na een geboorte van een baby te omwikkelen met een witte lap dit om het harde geluid van de klopper te dempen. De klopper bleef zo hangen tot de eerste kerkgang van de kraamvrouw, dat was zes weken na de bevalling.
De deurklopper vervulde ook een functie in de liefde. In de 19e eeuw versierden jongemannen de deurklopper van hun geliefde met bloemen of een shawl als liefdesbetuiging. Helaas voor velen is de deurklopper nog maar op een enkele plaats aanwezig en op de meeste plaatsen verdrongen door de deurbel.
Hopelijk dat u voortaan op uw wandeling of fietstocht aandacht besteedt aan de kleine historische elementen die het verhaal van ons kerkdorp Kaatsheuvel levendig houden. Ze zijn in ieder geval de moeite waard om te bewaren. Iets waar heemkundekring De Ketsheuvel zich voor inzet. Word ook lid en meldt u aan via www.deketsheuvel.nl.
Kees Grootswagers, lid heemkundekring De Ketsheuvel