Eind oktober vorig jaar werden bij graafwerkzaamheden op het terrein van de Efteling, aan de rand van de N261, de resten blootgelegd van de kelder van de kantine die onderdeel was van de gebouwen van De MASt. De Efteling liet toen weten dat de restanten niet in de grond zouden blijven zitten. Afgelopen week werden de resten opnieuw blootgelegd en schoongemaakt om ze in kaart te brengen. Daarna worden ze verwijderd.
Door Jack IJpelaar
De MASt (Munitions Ausgabe Stelle) was het munitiedepot van de Duitsers in WOII waar munitie werd opgeslagen dat per spoor vanuit Duitsland naar het station van Waalwijk werd vervoerd en daarna opgeslagen in de bossen aan de Horst, goed verborgen voor vijandelijke verkenningsvluchten. De munitie was bestemd voor de vliegbasis Gilze-Rijen dat door de Duitsers in gebruik was. Ze wilden de munitie daar niet opslaan, bang als ze waren voor bombardementen van de geallieerden. Er waren naast de munitiebunkers onder andere barakken voor de manschappen, magazijnen een sportzaal, een zwembad en een kantine met een keuken met daaronder een kelder.
Paniek op Dolle Dinsdag
Toen op Dolle Dinsdag (5 september 1944) geruchten de ronde deden dat de geallieerden al in Breda stonden, raakten de Duitsers in paniek en bliezen het depot op zodat de munitie niet in handen van de vijand zou kunnen vallen. Er zijn nog steeds sporen van het munitiedepot. Zo zijn er kraters van de opgeblazen bunkers, resten van een latrine, de loopgraven voor de verdediging met daarbij mitrailleursnesten en de opslagplaatsen waar vrachtauto’s opgesteld stonden.
Vondst zou bewaard moeten blijven
Toen de resten van de kelder werden blootgelegd, werd door de Heemkundekring, bij monde van Cees Grootswagers, geopperd dat de vondst bewaard zou moeten blijven voor jongere generaties. De Efteling liet toen meteen al weten in principe niet van plan te zijn de restanten die op het terrein waren gevonden in de grond te laten zitten. De kelder werd weer onder het zand begraven.
Driedimensionaal opgeslagen
Tot afgelopen week. De resten van de kelder werden weer blootgelegd en een team van BAAC (Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie) ging aan het werk om alle resten met klein gereedschap en bezems schoon te poetsen. De hoop dat er plannen waren dat de archeologische vondst dan toch nog bewaard zou blijven, werd door een medewerker van de Efteling die daarbij aanwezig was, meteen in de grond geboord. De restanten van de kelder worden schoongemaakt, waarna het geheel opgemeten, gefotografeerd, en driedimensionaal opgeslagen zal worden. Daarna zullen de resten van de kelder uit de grond verwijderd worden. Wat dan rest, is enkel puin.