Op 11 december 2023 ontving het college van burgemeester en wethouders een oproep van de Commissaris van de Koning om 150 asielzoekers voor maximaal 6 maanden in onze gemeente te plaatsen. Omdat het landelijke aanmeldcentrum in Ter Apel de instroom van vluchtelingen niet meer aankan, is er grote noodzaak ontstaan om de asielzoekers te herplaatsen bij de gemeenten. Ons college besloot hier werk van te maken. Op 14 december werd de raad vertrouwelijk over dat besluit geïnformeerd. In de weken erna ontstond een verwarrende discussie.
Wiens taak is het om wat te doen?
Op 14 december 2023 werd de raad door het college vertrouwelijk geïnformeerd over het feit dat het college op zoek was naar een geschikte locatie voor 150 asielzoekers. Het is goed gebruik dat de raadsleden die op vertrouwelijke wijze ergens over worden geïnformeerd daarover hun kaken stijf op elkaar houden. Temeer als in diezelfde sessie door de portefeuillehouder nog wordt aangegeven dat het college bevoegd is om de benodigde handelingen te verrichten. Dat laatste is in staatsrechtelijk verband niet zonder betekenis. Als een bestuursorgaan bij wet of bij aanwijzing is aangewezen om een taak uit te voeren, dan volgt daar directe verantwoordelijkheid uit voort, als gevolg waarvan een ander (en zelfs hoger) bestuursorgaan niet op dezelfde stoel kan zitten. Toen op 14 december nog enkele raadsleden vroegen om de raad bij de besluitvorming te betrekken, was het misverstand compleet. Punt is dat op 14 december – na dit verzoek – de portefeuillehouder nu in het midden liet of het college bevoegd bleef. In ieder geval bleef de informatie vertrouwelijk en ontstonden in de loop van de tijd onwenselijke interpretatie verschillen over de ontwikkelende situatie.
De ontstane bijzondere situatie
De spelregels van het staatsrecht vormen het speelveld van elk publiekrechtelijk orgaan, zoals ook de buitenbelijning van een voetbalveld keihard duidelijk maakt of de bal nog in het spel is of dat er een inworp moet plaatsvinden. Het niet scherp benoemen van je eigen taken of je bewust zijn van je bevoegdheden, betekent ook dat je als bestuursorgaan blijkbaar onvoldoende kennis draagt van je eigen verantwoordelijkheden. Pas twee dagen vóór de raadsvergadering van 4 januari werd duidelijk dat de raad als bevoegd orgaan gold en dus dat de raad het daadwerkelijke besluit moest nemen over het toestaan van 150 asielzoekers. De juridische onderbouwing daarvan kwam niet van het college, maar van de eigen griffie van de raad.
Te weinig tijd voor besluitvorming
Nu de vertrouwelijkheid geen doel meer diende, moest in zeer korte tijd elke fractie zijn eigen afwegingen maken, zonder nauwelijks raadpleging van de directe omwonenden. Daar leken enkele fracties geen moeite mee te hebben, aangezien hun ingenomen standpunt voorbijging aan de argumenten van een ingekomen brief en een viertal sprekers. De tijd was simpelweg te kort om tot een gewogen standpunt te komen. Dit belangrijke maatschappelijke onderwerp verdient meer aandacht en om die reden overwoog Toekomstig KLM om zich te onthouden van stemming. Reglementair is dat alleen voorbehouden aan een raadslid als je een persoonlijk belang hebt bij het besluit. Nu dat niet zo was hanteert Toekomstig KLM een oude regel: ’in geval van twijfel niet inhalen’. Dus stemde Toekomstig KLM tegen het voorstel om 150 asielzoekers in Kaatsheuvel toe te laten. Meer info? Mail naar info@toekomstigklm.nl.
Marten Krikken
Raadslid Toekomstig KLM