Lieve allemaal,
Met regelmaat scroll ik langs de hoogte- en dieptepunten van X. U weet wel, het nieuwe Twitter. Het gezellige blauwe vogeltje is vervangen door een groot kruis, vandaar de naam ‘X’. Mij is nog niet geheel duidelijk of je nu een ‘X-je’ plaatst of dat we het nog steeds hebben over tweets. Maar goed, de hoogte- en dieptepunten zijn vrijwel gelijk gebleven.
Dieptepunten zijn natuurlijk de bizarre haatberichten aan het adres van politici, bekende Nederlanders en eigenlijk iedereen die op enig moment het hoofd iets te ver boven het maaiveld uitsteekt. De ongegeneerde bagger die men loslaat op zo’n medium blijft mij verbazen.
Er staan gelukkig heel veel hoogtepunten tegenover. Gevatte tweets over de combinatie van kerst en schoonmoeders, opinies over echt alles, maar een van de meest geliefde onderwerpen blijft toch voetbal. De snelheid waarmee nieuws tot je komt, de eeuwig lieve mensen die iedereen een fijne dag wensen. En dan hebben we nog de real life strubbelingen van Jan en alleman over ouderschap, stoppen met roken, afvallen, de sportschool en wat dies meer zij.
Laatst kwam ik een pareltje in een tweet (of is het toch een ‘X-je’?) van The New York Times tegen. Een gedichtje van Danusha Laméris genaamd Small Kindnesses. Ze schrijft over de kleine vriendelijkheden van alledag die we soms tegenkomen. Mensen die hun benen intrekken als je ze passeert in een druk gangpad. Iemand die je helpt je fruit op te rapen als je boodschappentas is gevallen. Want, zo schrijft Danusha, over het algemeen willen we elkaar geen kwaad doen. De momenten waarop we contact maken met elkaar duren kort. Wat nou als we met iedere kleine vriendelijkheid (“neemt u mijn plaats maar” of “gaat u voor”) een soort vluchtige tempel creëren waarin de heilige mens in ons verblijft? En met ’heilige mens’ bedoelt de schrijfster niet de religieuze variant maar de oprechte, diepe vriendelijkheid die ieder van ons in zich heeft.
Ik denk dat Danusha gelijk heeft. Tenminste, zo ervaar ik dat in Loon op Zand. Voor een ander klaarstaan, aardig zijn, begrip tonen, saamhorigheid. Ik geniet er iedere dag weer van. Dus dat wens ik ons allemaal toe voor 2024. Natuurlijk gezondheid, geluk, veel liefde. En small kindnesses. Want daar gaat het tenslotte om in ons korte contact met elkaar. Vriendelijkheid.
Met vriendelijke groet,
Hanne van Aart
Small Kindnesses
By Danusha Laméris
I’ve been thinking about the way, when you walk
down a crowded aisle, people pull in their legs
to let you by. Or how strangers still say ”bless you”
when someone sneezes, a leftover
from the Bubonic plague. “Don’t die,” we are saying.
And sometimes, when you spill lemons
from your grocery bag, someone else will help you
pick them up. Mostly, we don’t want to harm each other.
We want to be handed our cup of coffee hot,
and to say thank you to the person handing it. To smile
at them and for them to smile back. For the waitress
to call us honey when she sets down the bowl of clam chowder,
and for the driver in the red pick-up truck to let us pass.
We have so little of each other, now. So far
from tribe and fire. Only these brief moments of exchange.
What if they are the true dwelling of the holy, these
fleeting temples we make together when we say, “Here,
have my seat,” “Go ahead — you first,” “I like your hat.”