Al is in Kaatsheuvel dan wel veel monumentaals verdwenen, toch zijn er vaak nog kleine elementen over die herinneren aan de rijke historie van ons kerkdorp. Kleine monumentale elementen waar je misschien dagelijks wel voorbij loopt of fietst en in al die jaren nog nooit hebt opgemerkt, maar wel een stukje van de Kaatsheuvelse historie vertellen. De komende weken zullen we in De Duinkoerier aandacht besteden aan deze kleine historische elementen. Vandaag is dat het slagenlandschap.
Wie de topografische kaart van onze gemeente bekijkt en dan inzoomt op het noord-westelijk deel van Kaatsheuvel ziet een opmerkelijke indeling van de percelen. In de omgeving van de Rechtvaart, Lage Zandschel en de Zuidhollandsedijk vallen dan langgerekte smalle kavels op. Een dergelijke verkaveling noemen we een slagenlandschap. Dit landschapstype dateert uit de Middeleeuwen en de naam is ontleend aan het woord ’slag’ of ’hoeve’ wat stond voor een gangbare ontginningsmaat in die periode. Die maatvoering was zo’n 1.600 meter lang en 96 meter breed. Van die oppervlakte ging een kwart af voor ontwatering, waardoor lange smalle percelen ontstonden, de zogenaamde ’slagen’. Daardoor was ontginning alleen maar in de lengte mogelijk, maar niet in de breedte, want anders kwam men op het grondgebied van de buurman. Dit zogenaamde recht van de ’opstrekkende heerden’ werd uitsluitend verleend aan de ontginner van het betreffende stuk land. Naast dit recht had die ook de plicht om langs de sloten elzen te planten. Deze bomen vervulden tegelijk een functie van perceelafscheiding, maar deden ook dienst als geriefhout. Daarnaast leverden ze ook brandhout op, ook wel musterd genoemd, voor de bakkers.
Toen aan het einde van de middeleeuwen het veen, wat turf bevatte (dat diende als brandstof om te stoken), in de omliggende gebieden was afgegraven werd het ontstane landschap in cultuur gebracht. Om dit voor elkaar te krijgen moest men zorgen voor een goede ontwatering. Dit resulteerde in veel uitgegraven sloten, waarbij de uitgegraven grond werd gebruikt om het omliggende land op te hogen, zodat er landbouw kon plaatsvinden. De nattere stukken werden gebruikt als hooiland. Zo ontstonden langzaamaan smalle langgerekte ’slagen’, zoals we die ook in de omgeving van Kaatsheuvel zien. Deze ’slagen’ werden afgesloten met een ’achterkade’ die haaks op de ontginningslijnen liep en waarop mensen gingen wonen. Nadat het veen in het gebied van de ’achterkade’ was ontgonnen, verplaatste men zich richting het zuiden en begon daar opnieuw met ontginningen. Zo verschoof de bewoning zich steeds verder naar het zuiden. Op deze manier veroverde de mens steeds meer het moerassige gebied en is het typische slagenlandschap ontstaan wat we nu nog aantreffen in de omgeving van de Rechtvaart, Lage Zandschel en de Zuidhollandsedijk.
Inmiddels zetten een aantal organisaties, waaronder Staatsbosbeheer, waterschap de Brabantse Delta, de provincie Noord-Brabant en de gemeentes Waalwijk en Loon op Zand, verenigd in Platform Langstraat zich in om dit unieke natuurgebied, waar vele (water)vogelsoorten zijn te bewonderen, verder te ontwikkelen en voor iedereen toegankelijk te maken.
Hopelijk dat u voortaan op uw wandeling of fietstocht aandacht besteed aan de kleine historische elementen die het verhaal van ons kerkdorp Kaatsheuvel levendig houden. Ze zijn in ieder geval de moeite waard om te bewaren. Iets waar heemkundekring De Ketsheuvel zich voor inzet. Word ook lid en meldt u aan via www.deketsheuvel.nl.
Kees Grootswagers, lid heemkundekring De Ketsheuvel