In de zomer van 2008 was ik een dag met mijn zoontje naar De Efteling geweest. Hij was bijna 6 jaar en had de gewoonte om bij ieder autoritje – hoe kort ook – te moeten overgeven. Van Kaatsheuvel naar Raamsdonksveer is maar een ritje van een kwartier, maar dat was voor hem eigenlijk al nèt te lang.

Het was een jarenlange gewoonte van hem dus er lagen dan ook standaard een aantal spuugzakjes achter in de auto.

Totdat ik op de A59 ineens achter mij in de auto hoorde: ‘Papa, er zijn geen spuugzakjes meer.’ Ik schrok en zag me bij thuiskomst in gedachten al als een wildeman, de door mijn zoontje verorberde Eftelinglekkernijen, tussen de bekleding uit proberen te poetsen. Ik reed een parkeerplaats op met de naam Labbegat, stapte snel uit, deed het achterportier open, en bekommerde me, voorover gebogen, om mijn wit weggetrokken zoontje. Nog maar net op tijd wist ik een tasje met een opdruk van Pardoes onder zijn hoofd te houden, die hij vervolgens ook pardoes vol spuugde. Dat was maar net op tijd.

Toen ik opgelucht overeind kwam en achter me keek, was ik ineens omringd door een drietal auto’s, waarvan de bestuurders hun raampje hadden open gedaan. De mannen bekeken me aandachtig. En ik besefte in wat voor scène ik terecht was gekomen.

Ik moest hier aan denken toen ik de berichten las over de oud-VVD-burgemeester van Groningen Koen Schuiling die onlangs werd veroordeeld tot een boete van 250 euro voor wat officieel ’schennispleging’ heet. Het eerste wat ik dacht: Was het een ruk naar links of naar rechts? En zal hij ooit nog erelid worden? Een ding was wel zeker: Schuiling was de BOB. Bewust Ontklede Burgemeester.

Volgens Schuiling zelf kwam dat omdat hij last had van maagklachten, die hij probeerde weg te masseren nadat hij zijn broek had losgemaakt. Hij reed trouwens toevallig op een vreemde route omdat hij wilde controleren of zijn band lek was. En hij zei tegen de trucker die hem had gesnapt dat hij moest plassen. En hij droeg toevallig een huidkleurig T-shirt en had toevallig de binnenverlichting aan om te controleren of er geen bloed op zijn kleding zat.

Dan ben je 66 jaar, een loopbaan met functies als universitair docent, ombudsman, wethouder, burgemeester, eigen bedrijfje gehad, verschillende functies als directeur, Raad van Commissarissen van vliegveld en waterbedrijf, Raad van Toezicht. En dan bij het grote publiek alleen bekend zijn omdat je betrapt bent door ‘Henk Wijngaard’.

De politie was er in ieder geval als de kippen bij. Als ik ze een keer nodig heb, dan komen ze nooit. Misschien dat ik voortaan ook maar in een leren speelpakje met een zweepje voor het raam ga zitten, dan zijn ze er misschien wat sneller wanneer iedere seconde telt.

Maar goed, mijn zoontje had destijds het tafereel naast mijn auto ook gezien en vroeg aan mij: ‘Waarom kijken die mannen allemaal?’ En ik zei: ‘Die mannen moesten toevallig ook allemaal overgeven.’