Afgelopen week werden alle finales gespeeld van de persoonlijke kampioenschappen. In de hoofdklasse driebanden liet Jerry Hermans zien dat hij momenteel de beste driebandenspeler is van de OBF. Na zijn eerste poulewedstrijd verrassend verloren te hebben van Peter Cortini, stelde hij orde op zaken. Hij won vervolgens de twee resterende poulewedstrijden en werd daarmee poulewinnaar. Hiermee werd hij in de halve finale gekoppeld aan zijn vader Arie Hermans die tweede werd in poule B. Deze partij wist Jerry gemakkelijk naar zijn hand te zetten en won zijn partij in 24 beurten.
Anjo Krijnen speelde zijn halve finale tegen de kampioen van vorig Jaar Willie Damen. Krijnen speelde erg sterk en na 24 beurten stelde hij een finaleplaats veilig. In deze partij wist hij een serie van 12 te produceren wat een evenaring was van het record dat hij nu deelt met Wout Kops (1988), Christ Tellekamp jr. (1993), Gerard Stadhouders (2004) en Gerrie de Bruin (2017).
In de finale echter was hij niet opgewassen tegen een bijzonder sterk spelende Jerry Hermans. Met 40 caramboles in 12 beurten speelde hij een moyenne van 3,333. Hiermee speelde hij het record van 18 beurten, dat al sinds 1999 in handen was van Frans de Vos, de boeken uit.
Met deze Winst werd Jerry Hermans voor de tweede keer kampioen van Oosterhout. Eerder won hij deze titel 2010. Toen speelde hij een algemeen gemiddelde van 1,418 dat tot op heden in de boeken stond als hoogste moyenne ooit gespeeld. Ook dit record wist hij behoorlijk aan te scherpen met een gemiddelde van 1,888.
In de eerste klas driebanden was Peet Damen in de finale te sterk voor Peter Smans. Hij had 40 beurten nodig om de eindstrijd tot 30 caramboles naar zijn hand te zetten. Met een gemiddelde van 0,941 speelde Damen een voortreffelijk toernooi.
De titel van de tweede klas ging naar Antoine Kock. In de finale moest hij het opnemen Ad Tellekamp die duidelijk niet in beste doen was. Na 36 beurten wist Kock die partij uit te spelen en daarmee de titel veilig te stellen. Zijn algemeen gemiddelde over het gehele toernooi was 0,489. John van Oudenaarde trok in de finale tegen Peter Joosen aan het langste eind in de finale van de derde klas.
De Titel in de hoofdklasse libre ging naar Johan van Nispen. Hij kwam in de finale door eerder in de halve finale te winnen van aartsrivaal Edwin Harthoorn. In de finale gaf hij Merijn Barkman geen schijn van kans en na 25 beurten sloot hij zijn partij tot 100 caramboles om zo de persoonlijke titel van de hoogste klas te heroveren. Zijn gemiddelde over het gehele kampioenschap bedroeg 4,103.
Ricardo Hofkens won de finale van de eerste klas. Voor 53 caramboles had hij 23 beurten nodig en liet hiermee zijn tegenstander Kees Kuppens met lege handen. Het algemeen gemiddelde van Hofkens was 1,600.
Abdon Wouters was duidelijk de beste van de tweede klas. In zijn finale tegen Jeroen Staps gaf hij zijn tegenstander dan ook geen kans en met een gemiddelde van 1,342 greep hij de titel.
De finale van de derde klas ging tussen Kees Maton en Rien Mekes. Na een moeizame maar spannende strijd wist Maton de partij uit te spelen. Mekes kwam slechts caramboles te kort.
Voorzitter Peter de Laat reikte na afloop de prijzen uit en zegt terug te zien op een geslaagd kampioenschap waarvoor 92 deelnemers zich hadden aangemeld.