Als je ze op een bepaalde manier fotografeert, dan lijkt het nog heel wat. Maar geldt dat niet hetzelfde als je de hoofdkruin van mannen boven de vijftig op de plaat zet? Dat het op een bepaalde manier nog heel wat lijkt?
Het krokustapijt in het stadspark is dit jaar maar schamel. Zijn het de brutaalsten van de klas die hun hoofd al boven het maaiveld uitsteken, die door de regenbuien van de afgelopen dagen er nu maar verlept bijstaan (het is verdikkie ook nooit goed!), is het aan het resterende gevallen bladerdek te wijten dat er minder lentebloeiers hun kop op steken of hebben de meesten het einde van hun levenscyclus bereikt? Zijn hardlopers in deze doodlopers? Werkt dat eigenlijk zo? Dat krokussen na een aantal jaar zeggen: ’het is mooi geweest, ik steek mijn kop niet meer op?’
Normaal werd er aan het begin van het voorjaar, na een paar dagen zon en fijne temperaturen en masse door krokussen in het park de boel gekleurd.
Daarom wordt de bloem vaak geassocieerd met het einde van de winter en het begin van de lente. Maar, hoe ze er nu bijstaan is dus eigenlijk een blauwdruk van hoe we de voortekenen van het voorjaar beleven. Geen vlees en geen vis. Gewoon halfom. Of winter, of voorjaar. Maar niet al dat gezever er tussenin.
We willen voorjaar! En rap. Hup krokussen!
CvA