Verleden en heden. Goede en Slechte tijden. Verhalen, herinneringen van toen en nu, willen wij opnieuw onder uw aandacht brengen. Bent u geïnteresseerd in de geschiedenis van Oosterhout, bezoekt u dan onze website: www.hkoosterhout.nl

Alle verhalen uit de oude doos zijn letterlijk overgenomen uit oude Oosterhoutse weekbladen. Voor elk verhaal is de datum waarop het verhaal is geschreven vermeld.

Uit het Nieuwsblad voor het Kanton Oosterhout van zaterdag 15 december 19541

EUROPA -FEDERATIE?

„Heren, wij sterven aan wijsheid” en de dwazen lachen om ons

Europese eenheid - Europees leger. Twee begrippen, waarnaar reeds lang de groten der West-Europese landen streven, maar waarvan de verwezenlijking op blijkbaar niet te overwinnen moeilijkheden stuit. Twee begrippen ook, waarvan de voltooiing Amerika een bewijs zou zijn, dat hun hulp aan Europa niet vruchteloos geweest is en dat deze vrije Volkeren hun plicht kennen in tegenprestatie voor wat Amerika voor hen deed.

Amerika

Wanneer wij dat woord uitspreken denken sommigen onzer alleen maar aan wat wij verstaan onder „De Ver. Staten van Amerika”, het eigenlijke Noord-Amerika omvattend met zijn 49 staten. Dat het Amerikaanse vasteland ook nog Midden en Zuid Amerika omvat, daaraan laten de meesten onzer zich weinig gelegen liggen.

Amerika, dat economisch de West Europese landen door het Marshallplan op royale wijze geholpen heeft uit de impasse van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog en dat daarnaast op niet minder royale wijze de opbouw van het militaire apparaat in West Europa hielp en helpt bevorderen, ziet met groot verlangen uit naar tekenen, die erop wijzen, dat wijzelf iets meer willen doen dan alleen maar diep in onze eigen zo goed als lege zak tasten.

Dat meerdere kost veel minder, maar is echter veel belangrijker. Dat omvat namelijk niet meer of minder dan een eenwording in economisch en militair opzicht van West-Europa, met inbegrip van Duitsland. Deze eenwording niet zodanig, dat de aangesloten landen hun zelfstandigheid verliezen, maar alleen op enkele gebieden een klein gedeelte van deze zelfstandigheid zullen gaan delen met anderen.

„Amerika heeft gemakkelijk praten”

Inderdaad, dat is de eerste reactie van sommigen en het berust op een idee van nuchter begrip. Immers, Amerika heeft practisch nooit anders gekend dan een federatie, in de vorm, zoals de Ver. Staten van Amerika zich naar buiten vertonen. Omvattende een gemengde bevolking, waarvan de autochtone Indianen nauwelijks 2 procent uitmaken, nakomelingen van de legioenen immigranten uit geheel Europa en de oorspronkelijk als slaven geïmporteerde negers uit Afrika, hebben de diverse kolonies zich al vrij spoedig aaneengesloten in hun strijd tegen de overheersing vanuit Europa. De volkomen zelfstandigheid van staten, zoals b.v. ook Zuid Amerika deze nog kent is voor hen iets onbekends en het gemis daarvan is dan tevens hun kracht, welke o.a. in de jongste wereldoorlog sterk gebleken is.

Europa

Bij ons ligt de zaak geheel anders. Hebben wij in de vroegste tijden al een Romeins keizerrijk gekend en in latere eeuwen de monarchie der Habsburgers, welke tijdelijk een belangrijk gedeelte van West-Europa overheersten, de strijd tussen de verschillende Volkeren en staten is reeds bijna twintig eeuwen door oorzaak geweest van kortere en langere oorlogen van vaak ontzaglijke omvang.

We behoeven slechts te spreken van de tegenstelling tussen Frankrijk en Duitsland om een reeks van geschillen aan te dulden, welke een slechts tijdelijke oplossing vonden na lange bloedige strijd.

We behoeven slechts te wijzen op de diepe kloven tussen de verschillende Balkanstaten, om meteen de zwakke plekken te kunnen onderscheiden in Ruslands vazalstaten. En dat vormt nu het directe kernpunt, waarom alles draait. De grote vraag van vandaag draait hierom: Kunnen wij een mogelijke inval vanuit het Oosten tezamen weerstaan? Zijn wij in Staat om niet ieder apart, maar gecoördineerd met onze legermacht een mogelijk militair plan van Rusland te doen mislukken? Het antwoord op deze vraag kan niet anders dan een gedeeltelijke eenwording van het vrije Westen inhouden.

Geen van onze vrije Volkeren kan op eigen houtje weerstand bieden aan mogelijk militair machtsvertoon van Rusland. Geen van deze Volkeren kan ook maar in het minste anders dan een glimlach brengen op het gelaat van vadertje Stalin. Maar, wanneer wij hutje bij mutje doen niet alleen, maar wanneer wij het aandurven om zo’n heel klein beetje van onze zelfstandigheid, waarvoor wij gestreden hebben in ’t verleden, prijs te geven door ons te stellen onder een Europees lichaam, dat boven allen staat en met ieders rechter en plichten rekening houdt, dan kunnen wij de Rus vrees inboezemen of althans respect afdwingen. Dan kunnen wij economisch sterk komen staan, zo sterk, dat wij het Communisme het gras voor de voeten wegmaaien en niet zoals momenteel de aarde rijp maken voor het zaad der ontevredenheid, het zaad van dat stelsel, dat op deze grond welig tiert.

Zullen we er komen?

Wij moeten. Zonder afbreuk te willen doen aan het idealistisch streven van die jongeren, die in de Europese Jongeren Beweging af en toe op strijdlustige wijze van zich doen spreken, geloven wij toch niet, dat dit de weg is, evenmin als wij vertrouwen hebben in de invloed van deze beweging.

Zonder ook afbreuk te willen doen aan de Zetel van Straatsburg van een nu nog in het verschiet liggend Federaal Europa, kunnen wij ons volledig verplaatsen in de positie van de heer Spaak, die nu enkele dagen geleden de voorzittershamer neerlegde van deze Raad om als strijdvaardig lid het harnas in te schieten en zijn medeleden erop te wijzen, dat zij „stervende waren aan wijsheid” en dat al die woordspelingen, vooral van hen, die steeds maar toegeven van anderen vragen, weinig zin heeft, zolang de werkelijke goede wil ontbreekt en de daden op de achtergrond blijven.

WILLEN wij op Amerika’s hulp kunnen blijven rekenen, ook al loopt het Marshallplan af, en WILLEN wij de indruk wekken, dat wij de zwaarste offers over hebben om ons veilig te stellen tegen welke aanval dan ook, dan MOETEN wij klare wijn schenken. Tegenover Amerika, zeker en vanzelfsprekend. Tegenover onze eigen mensen nog veel meer vanzelfsprekend, want ook zij brengen hun offers; ook zij dragen hun harde belastinggeld naar een regering, die dit geld nodig heeft voor de opbouw van een leger; echter, dit leger is van zo goed als geen betekenis, wanneer het alleen staat, maar kan slechts kracht ontplooien of respect afdwingen — wat hopelijk voldoende is - wanneer het onderdeel is van een geheel van legers van de vrije Volkeren van West Europa, dat onder krachtige leiding een macht vormt, welke wedijveren kan met andere vrije of zogenaamde Vrije Verenigde Staten zoals Amerika en Rusland. (FVW)